Financiering

Inleiding

In de begroting van 2015 kwamen de beleidsvoornemens aan bod. Hoe is dat beleid vervolgens uitgevoerd? En met welke financiële consequenties? Daarop geeft de paragraaf Financiering antwoord. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de voornemens en uitvoering van het beleid zijn de opzet en inhoud van deze paragraaf in de begroting en het jaarverslag identiek.

Algemeen

Belangrijke ontwikkelingen in 2015
  • Lage rente zowel voor de lange als korte termijn.
  • 4 langlopende geldleningen afgesloten, totaal €50 miljoen.
  • Het werkelijk renteresultaat is €190.000 lager dan het begrote renteresultaat.
  • De kasgeldlimiet is niet overschreden.
  • We hebben ruimschoots voldaan aan de renterisiconorm.
  • Er was overschrijding van het EMU saldo. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven aan investeringen en lagere verkoopopbrengsten uit verkoop van grond.

Sturen, beheersen en verantwoorden

Het beheersen van financiële risico’s is een belangrijke opgave voor de gemeente. Daarom is de gemeente wettelijk verplicht een financieel statuut (treasurystatuut) te hebben. Dit is een regeling voor het sturen en beheersen van geldstromen, met alle risico’s die hieraan verbonden zijn. De gemeente controleert haar financiën nauwlettend en legt daarover verantwoording af. Ook dit is een wettelijke verplichting. Die verantwoording komt onder meer terug in de begroting en de jaarrekening.

Het financieel statuut werd in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Belangrijke punten uit het statuut:

  • Het beleid van de gemeente is erop gericht dat er altijd voldoende financiële middelen beschikbaar zijn.
  • Het aangaan en het verstrekken van leningen is alleen toegestaan als het geld wordt ingezet voor de publieke taak van de gemeente. Aan de leningen liggen verstandige besluiten ten grondslag. De leningen zijn niet gericht op het genereren van winst door het nemen van overmatige risico’s.
  • Uitzettingen (beleggingen) vinden alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen of financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een AA-rating, wanneer het gaat om lange termijnuitzettingen (> 1 jaar) of een A-1 rating bij korte termijn uitzettingen (< 3 maand). De ratings worden afgegeven door een rating agency.
  • Bij het aantrekken / uitzetten van financiën wordt een offerte gevraagd bij ten minste 2 financiële instellingen.

Algemene ontwikkelingen

Interne ontwikkelingen

Rentebeleid

Het beleid van gemeente is gericht op het aantrekken van nieuwe leningen met een totale gemiddelde looptijd van 10 jaar. Verder willen we optimaal gebruiken van de kasgeldlimiet van €32 miljoen. Dat zijn de hoofdlijnen van het financieringsbeleid van de gemeente die in 2014 door de raad zijn vastgesteld in de rentenotitie.
Het beleid wordt de komende jaren voortgezet, rekening houdend met de financieringsbehoefte en rentevisie.
Daarnaast is vastgesteld dat de maximale omvang van de egalisatiereserve rente op 10% van de gecalculeerde rentelasten per jaar mag uitkomen. Daarbij gaat het om een bedrag van circa €1,1 miljoen. Alles wat boven de 10% uitkomt, kan worden onttrokken en ingezet als algemeen dekkingsmiddel.

Externe ontwikkelingen

Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF)

Europese eisen en afspraken voor het terugdringen van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de wet HOF. Voor de collectieve sector als geheel mag het structurele tekort maximaal 0,5% zijn van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Dit heet het EMU-saldo. De overheidsschuld mag niet hoger zijn dan 60% BBP.
Omdat lagere overheden bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt het wetsvoorstel dat ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. De wet HOF is in december 2013 aangenomen.
In 2015 is er een wetswijziging vastgesteld. Het aanvankelijke sanctiemechanisme is vervangen door een correctiemechanisme. Dit laatste mechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Dat wil zeggen dat er sprake is van een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk.

Schatkistbankieren

In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente tijdelijk overtollige middelen moet beleggen bij het Rijk. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen.
Deventer heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. In 2015 is in de maanden januari en februari gebruik gemaakt van schatkistbankieren.


Gemeentefinanciering

Financieringsbeleid gemeente Deventer

Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. In 2015 bedroeg de omslagrente 5%. Dit percentage wordt zowel in de begroting als de jaarrekening gebruikt. Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de egalisatiereserverente.
Het renteresultaat voor 2015, of het verschil tussen de doorbelaste rente aan activa en de werkelijke rentekosten, bedraagt €6,84 miljoen positief. Aanvankelijk hielden we in de begroting rekening met een positief renteresultaat van €6,29 miljoen. In de zomerrapportage is dit bijgesteld naar €6,81 miljoen en in de najaarsrapportage naar €7,03 miljoen.
Het werkelijke renteresultaat is €190.000 lager dan bij de bijgestelde begroting is aangegeven. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt omdat in tegenstelling tot andere jaren de definitieve rentetoerekening op de activa nog niet had plaatsgevonden bij het opstellen van de najaarsrapportage. Het verschil betreft een lagere baat van €132.000. Er heeft een rentetoerekening plaatsgevonden aan de reserve afkoop erfpachten voor €54.000. Deze last was abusievelijk niet begroot.

Opstelling rentelasten (bedragen x €1 miljoen)

Begroting 2015

Rekening 2015

Verschil

Rentelasten

Rente korte financieringsmiddelen

0,04

0,04

0

Rente langlopende geldleningen

9,43

9,42

0,01

V

Rente eigen financieringsmiddelen

1,14

1,20

0,06

N

Rente verliesvoorziening

2,19

2,20

0,01

N

Rentebijdrage exploitatie

1,06

1,06

0

Sub-totaal

13,86

13,92

0,06

N

Renteopbrengsten

Doorberekening aan vaste activa in verband met kapitaalbeslag

20,89

20,76

0,13

N

Subtotaal

20,89

20,76

0,13

N

Renteresultaat totaal

7,03

6,84

0,19

N

Financieringsstructuur

In de begroting 2015 hielden we rekening met totale rentekosten van €13,9 miljoen. De rentekosten worden via twee methoden toegerekend aan de vaste activa:

  • Activa waaraan bij aanvang van een investering een overeengekomen rente wordt toegerekend;
  • Activa die samen de resterende rentelast (omslagrente) dragen.

Financieringsbehoefte en -bronnen per 1 januari 2015 (bedragen x €1 miljoen)

Begroting 2014

Rekening 2014

Begroting 2015

Rekening 2015

Investeringen in:

Vaste activa

252

246

303

268

Onderhanden werk grondexploitatie

91

102

85

108

Totale investeringen

343

348

388

376

Gefinancierd met:

Reserves

71

72

64

81

Nog te bestemmen resultaat

0

5

0

5

Voorzieningen

11

10

10

9

Langlopende financiering

214

235

306

289

Totaal financiering

296

322

380

384

Financieringstekort (-) -overschot (+)

-47

-26

-8

8

Door het aantrekken van langlopende leningen bestaat het begrote financieringstekort niet uit €8 miljoen, maar werkelijk uit een financieringsoverschot van €8 miljoen.

Leningen

De hoeveelheid geleend geld is in 2015 toegenomen met €8 miljoen. De langlopende vaste schuld bedroeg per 1 januari 2015 €289 miljoen en per 31 december 2015 €296 miljoen.
De gemeente sloot het afgelopen jaar 4 leningen af voor een totaal van €50 miljoen. De leningen werden afgesloten voor herfinanciering van afgeloste leningen, investeringen en het omzetten van kortlopende in langlopende schuld. De totale aflossingen in 2015 bedroegen €42 miljoen.
Het gemiddelde rentepercentage voor de leningen lag in 2015 op 3,10%, dat is lager dan de 3,30% in 2014.
Het gemiddelde is per 31 december 2015 gedaald door de opname van €50 miljoen aan geldleningen met rentepercentages tussen de 0,06 en 1,03% .

Leningenportefeuille

Begroting 2015

Rekening 2015

Bedrag (x €1 miljoen)

Gewogen gemiddelde rente (in %)

Bedrag (x 1 miljoen)

Gewogen gemiddelde rente (in %)

Stand 01-01-2015

306

3,25

289

3,33

Aflossingen

42

1,33

42

3,00

Nieuwe leningen

53

2,50

50

0,28

Stand 31-12-2015

317

3,41

297

3,10

Risico’s

Risicobeheer

De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het financieringsbeleid zijn:

  • Renterisico’s
  • Kredietrisico’s

De Wet Fido kent een tweetal wettelijke normen te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, die beogen om de renterisico’s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. Beide normen lichten we hierna toe.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld aan en dient dan ook om het renterisico op de korte termijn te beheersen. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico’s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de mogelijke fluctuaties op de geldmarkt. Onder de vlottende schuld vallen alle financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. De limiet bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van de begrote gemeentelijke uitgaven. Voor 2015 is de kasgeldlimiet bepaald op €32,7 miljoen.

Iedere drie maanden wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet. Bij een te verwachten overschrijding van de kasgeldlimiet dient de vlottende schuld geconsolideerd te worden en dienen daardoor langlopende financieringsmiddelen te worden aangetrokken.

Het verloop van de kasgeldlimiet vertoont in 2015 het volgende beeld:

Verloop stand kasgeldlimiet (bedragen x €1.000)

Kwartaal

1

2

3

4

1

Vlottende schuld

4.655

15.616

14.137

8.073

2

Vlottende middelen

1.172

3

Saldo

3.483

15.616

14.137

8.073

4

Kwartaalsaldo

3.483

15.616

14.137

8.073

Kasgeldlimiet

32.725

32.725

32.725

32.725

Overschrijding (-) / ruimte (+)

+29.242

+17.109

+18.588

+24.652

Rente risiconorm

De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen wordt ingekaderd door de rente risiconorm. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De begrote rente risiconorm voor 2015 bedraagt €74,2 miljoen.
De toets van de renterisico’s aan de hand van de rente risiconorm verloopt dan als volgt:

Opstelling rentelasten (bedragen x €1 miljoen)

Begroting 2015

Rekening 2015

Renterisico's op vaste schuld

1a

Renteherziening op vaste schuld (o/g)

0

0

1b

Renteherziening op vaste schuld (u/g)

0

0

2

Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)

0

0

3

Aflossingen

42,27

42,37

4

Netto nieuwe aan te trekken vaste schuld (3)

42,27

42,37

Rente risiconorm

5

Stand van de begroting per 1 januari

371

371

6

Het bij ministeriële vastgestelde percentages

20%

20%

7

Rente risiconorm

74,2

74,2

Toets rente risiconorm

8

Rente risiconorm (zie punt 7)

74,2

74,2

9

Renterisico op vaste schuld (zie punt 4)

42,27

42,37

10

Ruimte (+) / Overschrijding (-) (8-9)

31,93

31,83

In 2015 is ruimschoots voldaan aan de rente risiconorm

Kredietrisicobeheer

Uitzettingen kunnen op grond van de Wet Fido en het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. Daarnaast vinden uitzettingen alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen en financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een A1-rating en/of AA-rating. In het volgende overzicht is de samenstelling van de leningportefeuille u/g weergegeven:

Uitzettingen (bedragen x €1)

Rentepercentage

Bedrag per 31-12-2015

Instantie

N.V. Maatschappelijk Vastgoed

5

7.666.580

N.V Sportbedrijf

2,12-5

16.418.335

Wonen boven Winkels

geen

482.768

Enexis

5

544.536

Vitens

5

742.874

Leningen energieaanpak woningen

geen

200.000

SVN Voorstad Oost

5

281.284

GAE

5

3.569.439

Woningabonnement

8

400.000

Lening zonnepanelen

5

138.890

Lening Vereniging van eigenaren

5

1.000.000

Totaal

31.444.706


EMU saldo

In 2004 hebben Rijk en medeoverheden afgesproken dat het EMU-tekort van medeoverheden maximaal -0,5% BBP mag bedragen. Dit is bepaald op de Europese grens van 0,3% BBP die geldt voor de volledige Nederlandse collectieve sector. De EMU-grens voor medeoverheden wordt de macroreferentiewaarde genoemd.
De macroreferentiewaarde bedraagt voor het totaal van de lagere overheden (provincies, gemeenten, waterschappen) 0,50% en voor gemeenten in totaal 0,34%.

EMU-saldo (bedragen x €1 miljoen)

Rekening 2014

Begroting 2015

Rekening 2015

Berekening toegestaan EMU-tekort

Bruto Binnenlands Product in miljarden

623

667

667

Macro referentiewaarde

0,50%

0,50%

0,50%

w.v. gemeente

0,38%

0,34%

0,34%

Toegestaan nominaal aandeel gemeenten EMU-tekort

2,37

2,27

2,27

Individuele referentiewaarde gemeente Deventer

0,57%

0,57%

0,57%

Toegestaan aandeel Deventer in EMU-tekort in miljoenen

13,67

12,90

12,90

1

exploitatiesaldo voor toevoeging aan/onttrekking uit reserves

-14,7

-6,61

-12,37

+2

afschrijvingen ten laste van de exploitatie

9,68

10,8

13,30

+3

bruto dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie*

1,25

0,35

4,19

-4

uitgaven aan investeringen in materiele vaste activa die op de balans zijn geactiveerd

59,21

35,3

44,04

+5

De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de provincies, de Europese Unie en overigen

19,07

0

1,38

+6a

verkoopopbrengsten uit desinvestering in vaste activa (tegen verkoopprijs)

0

0

0

-6b

boekwinst op desinvesteringen in vaste activa

0

0

0

-7

uitgaven aan aankoop grond, bouw- en woonrijp maken e.d.

10,59

8,20

+8a

verkoopopbrengsten uit verkoop van grond (tegen verkoopprijs)

11,9

33,97

20,8

-8b

de boekwinst op grondverkopen

-9

betalingen ten laste van voorzieningen

1,11

1,95

1,46

-10

betalingen die niet via de exploitatie lopen maar rechtstreeks ten laste van reserves worden gebracht en die niet vallen onder een van de andere genoemde posten

0

0

0

-11

boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen

0

0

0

B)

berekend EMU-saldo gemeente Deventer

-45,66

-9,33

-26,40

C)

EMU-ruimte (-/-= overschrijding/ +/+=overschot)

31,99

3,57

-13,50

De gemeente heeft de toegestane EMU-norm overschreden. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven aan investeringen en lagere verkoopopbrengsten uit verkoop van grond. Deze overschrijding heeft nog geen gevolgen voor de gemeente Deventer. Met ingang van 2015 is het correctiemechanisme van toepassing. Dit mechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Dat wil zeggen dat er sprake is van een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk.