Stand van zaken 3D

Ontwikkelingen jaarcijfers 2015

Via de raadstafel van 6 april 2016 en via de voorlopige jaarrekening 2015 is de raad geïnformeerd over de voorlopige jaarcijfers 2015 en de meerjarige financiële prognose. Deze cijfers zijn gebaseerd op de verwachting begin dit jaar, waarbij het onderstaande beeld is gegeven.

Verwachte resultaten Sociaal domein (bedragen x €1.000)

2015 Realisatie*

2016

2017

2018

2019

2020

WMO 2015 nieuwe taken

1.129

550

1.050

850

800

800

Beschermd Wonen

-28

-250

-1.100

-1.100

-1.100

-1.100

Jeugd (bij regionale verevening)

-495

-600

-750

-400

-300

-300

Participatie

250

0

-250

0

0

0

Toegang en uitvoering

-400

0

0

0

0

0

WMO oude taken

1.162

0

0

0

0

0

Totaal inkomsten Rijk versus verwachte uitgaven

1.618

-300

-1.050

-650

-600

-600

Inzet reserve (Raadsbesluit 23 maart 2016)

0

504

0

0

0

0

Totale resultaten na inzet reserve

1.618

204

-1.050

-650

-600

-600

Te transformeren

0

0

0

650

1.100

1.600

Totale resultaten na transformatie

0

0

-1.000

0

500

1.000

* 2015 Werkelijke Realisatie mutatie reserve

Inmiddels zijn definitieve cijfers van de SVB over de uitnutting van de persoonsgebonden budgetten (PGB) en de Zorg in Natura beschikbaar. Op basis hiervan zien we de volgende wijzigingen in de jaarcijfers 2015 en de meerjarige prognose ten opzichte van het bovenstaande beeld:

  • Volgens de laatste afrekening van zorgaanbieders voor de WMO nieuwe taken blijkt dat er meer zorg is geleverd dan reeds gefactureerd. Deze nog niet ingediende facturen leiden tot hogere kosten voor Zorg in Natura. Daartegenover staat dat de uitnutting  van de PGB lager ligt volgens het SVB. Per saldo een nadeel van €230.000 voor de WMO nieuwe taken in 2015 ten opzichte van de voorlopige jaarrekening;
  • Voor de taken vanuit de Jeugdwet geldt net als bij de WMO nieuwe taken hogere kosten voor de Zorg in Natura en lagere kosten voor de PGB. Per saldo een voordeel van €290.000 ten opzichte van de voorlopige jaarrekening;
  • In de voorlopige jaarrekening is voor Beschermd Wonen nog geen resultaat opgenomen, omdat begin dit jaar nog onvoldoende informatie van de aanbieders beschikbaar was. Inmiddels zijn de verantwoordingen van zorgaanbieders Beschermd Wonen over 2015 ontvangen, waaruit blijkt dat aanbieders minder zorg hebben geleverd dan waarvoor vooraf subsidie is verleend. Ook hier is de uitputting van de PGB lager dan beschikt. In totaal een voordeel van €1,5 miljoen ten opzichte van de voorlopige jaarrekening;
  • Voorgesteld wordt om het voordeel van Beschermd Wonen over 2015 (na aftrek van de uitvoeringskosten) te reserveren voor de regionale transformatie Beschermd Wonen in 2017. Het resterende voordeel is in 2017 beschikbaar voor de lokale transformatie;
  • Ook bij de WMO oude taken is uitnutting van de PGB volgens de SVB lager, waardoor een voordeel ontstaat van €190.000 ten opzichte van de voorlopige jaarrekening;
  • Omdat het risico van een nadelig effect van het nieuwe verdeelmodel Beschermd Wonen vanaf 2018 is opgenomen in het RIS en daarmee in het weerstandsvermogen, is het saldo voor Beschermd Wonen vanaf 2018 neutraal gepresenteerd in de prognose;
  • In het raadsvoorstel van 23 maart 2016 is de raad geïnformeerd over verwachte tekorten en het risico van €800.000 (aandeel Deventer) voor de regionaal ingekochte Jeugdzorg 2016. Voor het al zekere tekort is €504.000 beschikbaar gesteld. Inmiddels zijn er sterke signalen vanuit de BVO dat de opgelegde inkoopkortingen voor de aanbieders niet geheel haalbaar zullen zijn, waardoor we een extra tekort verwachten van €300.000 (aandeel Deventer). Het extra tekort van €300.000 is voor 2016 binnen het product Jeugdzorg op te vangen, doordat de bijdrage van Jeugd in het uitvoeringsbudget is verlaagd (zie het voorstel herverdeling uitvoeringsbudget in de Zomerrapportage 2016).

Vertaling van deze ontwikkelingen in de definitieve jaarcijfers 2015 en de meerjarige prognose 2016-2020 geeft het volgende beeld:

Verwachte resultaten Sociaal domein (x €1.000)

2015 Realisatie*

2016

2017

2018

2019

2020

WMO 2015 nieuwe taken

899

300

650

450

350

350

Beschermd Wonen

1.475

200

200

0

0

0

Jeugd (bij regionale verevening)

-206

-500

-300

50

150

150

Participatie

250

0

-250

0

0

0

Toegang en uitvoering

-112

0

0

0

0

0

WMO oude taken

1.352

0

0

0

0

0

Totaal inkomsten Rijk versus verwachte uitgaven

3.658

0

300

500

500

500

Inzet reserve (Raadsbesluit 23 maart 2016)

0

504

0

0

0

0

Inzet reserve

0

0

250

0

0

0

Totale resultaten na inzet reserve

3.658

504

550

500

500

500

Buffer voor onzekere ontwikkelingen in Sociaal domein en het vormgeven van de transformatie

0

-504

-500

-450

0

0

Te transformeren

0

0

0

0

50

550

Totale resultaten na transformatie

0

0

50

50

550

1.050

*2015 Werkelijke Realisatie mutatie reserve

Ontwikkelingen 2016

De transformatie in het sociaal domein geven wij vorm met inwoners, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Het Rijk heeft deze taken bewust bij de gemeentelijke overheid neergelegd. Vanuit de veronderstelling dat door deze taken dicht bij de mensen waar het om gaat te organiseren dit beter en met minder geld uitgevoerd kan worden. Inwoners van de gemeente zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun eigen welzijn en welbevinden, de gemeente in haar nieuwe rol kan faciliteren en ondersteunen. De gemeente zal sturen op de realisatie van de maatschappelijke opgave (en niet op de manier waarop deze gerealiseerd gaat worden).

Voorzichtigheidshalve houden we in de jaren 2016 tot en met 2018 rekening met een buffer voor de onzekerheden in het sociaal domein en het vormgeven van de transformatie.

We verwachten dat over enkele jaren de positieve financiële effecten van de transformatie zichtbaar zijn, met een voordeel oplopend van €50.000 in 2017 tot een structureel voordeel van €1.050.000 vanaf 2020.

De Transformatieagenda waar college en raad samen sturing aangeven richt zich de komende jaren op de volgende opgaven:

  • We onderzoeken of de toegang (zorg, jeugd, werk en inkomen) nog beter en slimmer ingericht kan worden, waarbij het uitgangspunt van 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur optimaal vorm krijgt.
  • We stimuleren preventie, zoeken naar creatieve oplossingen en betrekken bewonersinitiatieven bij het vergroten van de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van bewoners (informele zorg, vrijwilligers, buurt, familie, mantelzorg etc.) en bij het zorgdragen voor kwalitatief goede zorg en ondersteuning aan inwoners.
  • We ontwikkelen de participatie verder met partners, zodat zoveel mogelijk mensen naar werk worden begeleid.
  • We zorgen ervoor dat de taken binnen het sociale domein binnen de budgettaire kaders worden uitgevoerd.
  • We monitoren de transformatie en de tevredenheid van bewoners.